Vlaginstructies

De vlaginstructie wordt uitgegeven door de rijks-voorlichtingsdienst en geeft aan op welke dagen en op welke wijze er op rijksgebouwen gevlagd wordt. Deze vlaginstructie is niet bindend, Nederland kent geen wettelijke voorschiften voor het gebruik van de Nederlandse vlag. Als burger kun je de vlaginstructie volgen, maar ook bij persoonlijke lief en leed mag je op andere dagen de vlag hijsen.

Binnen de vlaginstructie wordt er onderscheidt gemaakt tussen uitgebreid (UV) en beperkt vlaggen (BV). Bij uitgebreid vlaggen geldt de vlaginstructie voor alle rijksgebouwen. Bij beperkt vlaggen geldt de instructie voor alle hoofdgebouwen van de ministeries, de Kamers der Staten-Generaal, de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale Ombudsman, het Kabinet der Koningin en de Hoge Raad der Nederlanden.

Vlaggenprotocol

Na de tweede wereldoorlog zijn er regels opgesteld voor het gebruik van de Nederlandse vlag. Deze zijn gebaseerd op de manier waarop de Amerikanen en Britten met hun vlag omgaan.

Er wordt aanbevolen om de vlag alleen te laten wapperen tussen zonsopgang en zonsondergang, tenzij de vlag van beide zijden voldoende wordt verlicht. De vlag mag de grond niet raken en wanneer de vlag vervuild of versleten is moet deze op een onopvallende manier worden gereinigd of vernietigd.

Bij halfstok vlaggen wordt de vlag eerst tot in de top gehesen en daarna langzaam neergehaald tot de onderkant van de vlag tot de helft van de vlaggenmast is gekomen. Bij het strijken geldt dan de omgekeerde volgorde.

Als er meerdere vlaggen worden gebruikt dan heeft de Nederlanse vlag altijd een ereplaats, deze is vooraan links vanuit het publiek gezien. Bij drie vlaggen mag de Nederlandse vlag ook in het midden.
De protocolaire volgorde, die daarbij in nationaal verband gehanteerd wordt, is Nederlandse vlag, provincie, gewest, gemeente, wijk, organisatie, bedrijf. Internationaal is de volgorde: Nederlandse vlag en daarna de overige nationale vlaggen in de Franse, of Engels alfabetische volgorde